Wetenschappers krijgen beurs voor samenwerkingen
Wetenschappers krijgen beurs voor samenwerkingen
Wat gebeurt er als je een neurowetenschapper, een organisatiepsycholoog en een dierenarts-onderzoeker samen laat buigen over een maatschappelijk probleem? Dat gaan achttien Utrechtse onderzoekers van het UMC Utrecht en de Universiteit Utrecht ontdekken. Ze ontvingen allemaal een zogenaamde ‘Unusual Collaborations Grant’. De beurs, die voortkomt uit de Kennisalliantie TU/e, WUR, UU en UMC Utrecht, heeft als doel samenwerking tussen verschillende disciplines te stimuleren.
Buiten de hokjes
Het bijzondere aan de toegekende projectbeurzen is dat wetenschappers niet alleen worden uitgedaagd om samen te werken met onderzoekers van andere vakgroepen binnen het eigen huis, maar ook aan de slag gaan met collega’s van andere instituten.
Marianne Boes, onderzoeker bij het UMC Utrecht: “We denken dat sommige uitdagingen in de maatschappij, ook op het gebied van gezondheid, te groot zijn om door een enkel discipline aan te pakken. We zijn blij dat we voor het project 'the power of one', de mogelijkheid krijgen om interdisciplinair samen te werken om oplossingen te vinden voor het verbeteren van gezondheidszorg. Onderzoekers en professionals richten zich op wat zij zien als het gemiddelde individu. Hierdoor herkennen zij soms degenen die daar (deels) buiten vallen niet. Denk aan een medewerker die je soms wel ziet, maar niet spreekt. Die bijvoorbeeld hartklachten heeft, maar doordat ze de Nederlandse taal minder goed beheerst zich niet goed uitdrukken en zo minder goede zorg krijgt.”
Samen maatschappelijke vraagstukken oplossen
Bij elk van de toegekende projecten werken de onderzoekers van het UMC Utrecht samen met wetenschappers van de universiteiten in Utrecht, Wageningen en Eindhoven. In totaal gaan 31 onderzoekers, waarvan achttien Utrechtse, dankzij de beurs met een maatschappelijk vraagstuk aan de slag. Dat doen zij binnen vier projecten. Hieronder vind je een overzicht van die projecten, welke Utrechtse onderzoekers betrokken zijn en waarom de jury de projecten een beurs heeft toegekend.
Marianne Boes: “Het Center for Unusual Collaborations is tot nu toe de leukste ontwikkeling geweest het afgelopen jaar om bij betrokken te zijn, maar toegegeven, het was en is een bijzondere tijd.”
De vier projecten:
1. The Power of One
De huidige aanpak van de medische, financiële en werk gerelateerde problemen van individuen slaagt er vaak niet in hen daadwerkelijk te helpen. Onderzoekers en professionals richten zich op wat zij zien als het gemiddelde individu, waardoor zij degenen die daar (deels) buiten vallen niet herkennen. "Bijvoorbeeld: een vrouw met hartklachten die laaggeletterd is en daardoor niet goed kan vertellen wat haar klachten zijn”, aldus onderzoeker Martine Veldhuizen.
Deze ‘ongeziene mensen’ lijden doorgaans aan een samenhangend complex van sociale problemen, kwalen en/of behoren tot gemarginaliseerde groepen. Er is een consistent gebrek aan gegevens over de behoeften van deze groepen. In dit project willen de onderzoekers deze ongehoorde stemmen, in kaart brengen. Zodat (onderzoeks)data uiteindelijk inclusiever wordt. Volgens de jury van de ‘Unusual Collaborations Grant’ gaan de onderzoekers werkelijk nieuw gebied ontdekken door een handreiking te doen naar de mensen die niet je usual suspect zijn. Veldhuizen: “Normaal brandt niemand zijn vingers aan zulke grote onderwerpen, omdat daar geen tijd en geld voor is. Ik vind het een verademing dat we nu niet met ellebogen hoeven werken, maar het samen doen.”
Betrokken Utrechtse onderzoekers: Marianne Boes externe link (UMC Utrecht), Jojanneke van der Toorn (Sociale Wetenschappen), Merel van Goch (Geesteswetenschappen), Martine Veldhuizen (Geesteswetenschappen), Lieke Stelling (Geesteswetenschappen).
2. Defeating Chronic Pain
Pijn kan vele dingen zijn: Pijn kan beschermend zijn (volgens een bioloog), een taboe (voor een cultuurspecialist), een economische last (voor een econoom), invaliderend (voor een patiënt), behandelbaar (voor een arts), meetbaar (voor een materiaalingenieur), spiritueel (volgens de filosoof), waarneembaar (voor een (diergeneeskundig) arts) en kan als chronisch worden beschouwd als het minstens drie maanden aanhoudt. Alleen al in Nederland hebben ongeveer 3 miljoen volwassenen chronische pijn, een aantal dat naar verwachting nog zal stijgen. De onderzoekers van dit project verwachten dat het falen van de behandeling van chronische pijn, een gevolg is van een gebrek aan inzicht in de manier waarop chronische pijn wordt gedefinieerd door de betrokken partijen. Daarom zullen zij pijn bij zowel mensen als dieren onderzoeken om op die manier de pijnervaring van patiënten beter te gaan begrijpen. De resultaten zullen uiteindelijk gebundeld worden in een database.
Volgens de jury is het unieke aan dit project dat er vanuit een heel breed aantal vakgebieden naar pijn gekeken wordt, dus zowel vanuit de medische hoek als vanuit de Geesteswetenschappen. En dat er daarnaast niet alleen gekeken wordt naar de pijnbeleving van mensen, maar ook naar die van dieren.
Betrokken Utrechtse onderzoekers: Hanneke Willemen (UMC Utrecht), Mienke Rijsdijk (UMC Utrecht), Frank Meye (UMC Utrecht) en Martijn Froeling (UMC Utrecht), Madelijn Strick (Sociale Wetenschappen), Tessa van Charldorp (Geesteswetenschappen), Janny de Grauw (Diergeneeskunde).
3. Structures of Strength
Onze wereld wordt geconfronteerd met steeds grotere maatschappelijke uitdagingen als gevolg van complexe problemen zoals de opwarming van de aarde en Covid-19. Oplossingen voor deze complexe uitdagingen vereisen samenwerking op het raakvlak van disciplines. Maar hoe zorg je dat onderzoekers van verschillende disciplines elkaar vinden? De wetenschappers betrokken bij het project Structures of Strength gaan een platform creëren waarop onderzoekers uit verschillende vakgebieden samen hun kennis kunnen inzetten om oplossingen te ontwikkelen voor problemen op het gebied van gezondheid, voedsel, energie, cultuur en milieu.
De kracht van die aanpak willen de betrokken onderzoekers toepassen op iets wat diverse vakgebieden verbindt: poreuze materialen. Of het nou in de biologie, geneeskunde of het cultureel erfgoed is, overal tref je poreuze materialen. Van bladeren tot lichaamsweefsel, van stenen tot pampers en van voedingsmiddelen tot verf. Onderzoeker Amir Raoof: “In de geneeskunde wordt de kennis over porositeit van botten en andere weefsels steeds actiever gebruikt voor het verbeteren van de opname van medicijnen en het voorkomen van ziektes. In de kunst hebben we te maken met bijvoorbeeld verf en beeldhouwmateriaal. De porositeit van deze materialen kan de manier veranderen waarop een kunstenaar het gebruikt en beïnvloedt de duurzaamheid van het kunstwerk. En voor waterzuivering wordt zand gebruikt met een specifieke poriënstructuur waardoor bacteriën en virussen gefilterd worden." Binnen het project zullen Raoof en zijn collega’s de kennis vanuit allerlei vakgebieden bundelen om te leren wat de overeenkomsten zijn tussen diverse materialen en die gebundelde kennis gebruiken voor effectievere oplossingen van problemen.
De jury schrijft: “Poreuze materialen zijn overal. Deze schijnbaar eenvoudige observatie onthult de verborgen overeenkomsten, de raakvlakken tussen al deze disciplines. Dit uitstekende en originele project zal een grote verscheidenheid van disciplines die aan poreuze materialen werken, samenbrengen om effectief van elkaars methodologie te leren.”
Betrokken Utrechtse onderzoekers: Noortje IJssennagger (UMC Utrecht), Amri Raoof (Geowetenschappen), Sanli Faez (Bètawetenschappen), Mike Boxem, (Bètawetenschappen) en Marjolijn Bol (Geesteswetenschappen)
4. Data Driven Dashboard
De huidige manier van voedselproductie en -consumptie leidt tot grote milieuproblemen. De heroriëntering van landbouw naar een duurzame toekomst is dan ook een grote maatschappelijke uitdaging. Circulaire landbouw is een veelbelovende visie op hoe voldoende, betaalbaar en veilig voedsel kan worden geproduceerd en tegelijk de duurzaamheidsproblemen kunnen worden beperkt. De overgang naar kringlooplandbouw is echter afhankelijk van de steun van boeren, consumenten en maatschappelijke stakeholders. Hoe creëer je dergelijk draagvlak? Als duidelijk is hoe de kosten en baten eerlijk verdeeld worden. Daarom zullen binnen dit project onderzoekers een ‘circulair landbouw dashboard’ ontwikkelen. Daarvoor slaan onderzoekers uit de hoek van Diergeneeskunde, datawetenschap, sociologie en agrarische bedrijfseconomie de handen in één. Volgens de jury is die samenwerking niet alleen verrassend, maar ook broodnodig.
Betrokken Utrechtse onderzoeker: Wilma Steeneveld externe link (Diergeneeskunde)